Opmerkingen van de bewerker

THOMAS MORE

THOMAS MORE

EEN TREURSPEL IN VERZEN DOOR
HENRIETTE ROLAND HOLST
VAN DER SCHALK

TWEEDE DRUK

W. L. & J. BRUSSE’S UITGEVERS-MAATSCHAPPIJ
ROTTERDAM MCMXVI

Logo

AAN KARL KAUTSKY

DIE MIJ DEN EERSTEN MODERNEN COMMUNIST
LEERDE BEGRIJPEN EN LIEFHEBBEN

PERSONEN

  • Sir Thomas More.
  • Zijn vrouw Else.
  • Zijn dochters Margreet en Dance.
  • Zijn pleegdochter Mercy.
  • William Roper, Margreets echtgenoot.
  • Simon Grynæus, een jong fransch geleerde.
  • De hertog van Norfolk.
  • Bisschop Cranmer.
  • Southwell, procureur-generaal.
  • Palmer, zijn bediende.
  • Rich, een gehuurd getuige.
  • Sir William Kingston, konstabel van den Tower.
  • Dienaar bij More.
  • Gevangenen-bewaker in den Tower.

Het eerste en tweede bedrijf spelen in More’s woning, het derdein den Tower, het vierde op de Theemskade bij Londenbrug.

1

EERSTE BEDRIJF

Het terras van More’s paviljoen te Chelsea.

More, Grynæus, Margreet, Dance, Mercy, later William en vrouw Else.

GRYNÆUS Heer Thomas, nauw terug van overzee

drijft mij een drang dit liefgeworden huis

dat ik zoo vaak droombetrad, na een dag

van lang verlangen, weder te betreden

wakend, en mij in werk’lijkheid te laven

aan uw oneind’ge heuschheid, aan dit leven

van scherts-doorweven ernst, geluk’ge arbeid

waar droombegooch’ling mij hongrig naar liet.

MORE Gij zijt mij welkom als weleer, Grynæus,

en gelijk mij ben ’k zeker al de mijnen.

Vindt g’ ons in andren staat weer naar de wereld

dan g’ ons verliet,—pronk en praal zijn gevloden,

maar blijheid zingt naar d’ ouden trant door ’t huis.

(tot Margreet) Niet waar, mijn lust?

MARGREET Het is een heerlijk leven

dat wij nu leiden: ik voor mij begeer

geen ander, ook het oude niet terug.

GRYNÆUS Margreet, hoezeer gelijk hebt ge!—Ge weet

ik ging, om in Italië mij te laven

aan de eedle bron, die daar rijk’lijk welt:

de kennis der latijnsche en grieksche spraken,

waaruit het schoon en diepzinnig gelaat

ons tegenlacht van de wijsheid der ouden.

Aan menig hof wijlde ik waar een grootmoedig vorst

wedijv’rend met de vorsten zijn geburen

2een schaar van uitgelezen geesten hield

verzaâmd; hun roem verhoogde zijnen luister

meer dan het stoutst wapenfeit. O hoe klein

maakte mij hun diepwort’lende geleerdheid:

ik kroop weg onder haar machtigen boom!

Ja en ook vrouwen vond ik, stralender

van vernuft dan de kostbare gesteenten

die heerlijk flonkerde’ om hun zwanenhals.

Veel leerde ik van hen, veel heb ik genoten:

parelend schenkt daarginds, uit gulle tuiten

het leven gulpen van genot.... ik wijlde

gaarn’ in ’t gezegend land!

Maar nergens vond ik, gelijk onder u,

den stroom vernuft beglansd door ’t milde schijnsel

van teederheid

...

BU KİTABI OKUMAK İÇİN ÜYE OLUN VEYA GİRİŞ YAPIN!


Sitemize Üyelik ÜCRETSİZDİR!